Sensorische informatieverwerking
“Op school niets aan de hand, maar thuis niet te genieten”
“Hij kan gewoon níet stil zitten”
“Altijd in dromenland”
“Op school niets aan de hand, maar thuis niet te genieten”
“Hij kan gewoon níet stil zitten”
“Altijd in dromenland”
Bij de sensorische informatieverwerking gaat het over de verwerking van de zintuigprikkels in het zenuwstelsel. Onze zintuigen leveren de informatie aan waarmee we ons kunnen beschermen en waarmee we kunnen leren. Horen, zien, ruiken, proeven, voelen, houding en bewegingsgevoel. Deze informatie krijgt betekenis door de verwerking in onze hersenen, zowel op bewust als op onbewust niveau.
Zintuiginformatie is belangrijk voor ons motorisch, psychisch en emotioneel gedrag.
De beleving ervan is een bepalende drijfveer voor ontwikkeling; het zorgt ervoor dat iemand wil onderzoeken, wil herhalen of juist bepaalde handelingen niet wil doen.
Met een juiste verwerking van alle zintuigprikkels (prikkelverwerking) zijn we in staat om snel situaties te interpreteren en er op te reageren, waarmee we ons beschermen, ons prettig voelen en ons als zelfstandig individu ontwikkelen.
Als de zintuigprikkels een te sterke (overprikkeling) of te zwakke (onderprikkeling) waarde krijgen in de hersenen, wordt dit zichtbaar in een niet adequate manier van reageren.
Voorbeelden van te sterke waarneming zijn o.a. angst bij kleine hoogteverschillen of beweging op speeltoestellen, aanraking of kleding wordt als pijnlijk ervaren, extreem reageren op bekende geluiden.
Voorbeelden van te zwakke waarneming zijn o.a. lomp bewegen, niet inschatten van gevaarlijke situaties, struikelen, hardhandig aanraken, veel geluid opzoeken.
Een kind met een probleem in de sensorische informatieverwerking wordt opgemerkt door zijn gedrag. De negatieve uitingen zijn niet afgestemd op de situatie zoals die door de ander wordt beleefd. Het gaat om angst-, vecht- of vluchtreacties of juist dromerig, slap, ongeïnteresseerd, ontwijkend gedrag. Het probleem hierbij is, dat dit al snel als karaktereigenschap wordt aangemerkt, terwijl hier mogelijk een disbalans in de prikkelverwerking aan ten grondslag ligt.
Te zwakke waarneming
De ouders van Kjeld (5 jaar, de naam is verzonnen) signaleerden bij hun zoon dat hij niet goed mee kon doen met tikkertje omdat hij altijd viel en hij botste veelvuldig met zijn hoofd tegen het badkamermeubel aan bij het tandenpoetsen. Wat is er met hem aan de hand?
Bij onderzoek naar de prikkelverwerking bleek dat vooral de visuele en tactiele prikkels bij Kjeld erg laat binnenkomen. Kjeld keek daardoor niet goed naar wat hij aan het doen was en voelde niet goed aan hoe hij zijn lijf moest aansturen. Door gerichte oefeningen en adviezen kreeg Kjeld meer controle over zijn eigen lijf. Hij wist beter hoe hij zijn lijf aan moest sturen, waar hij op moest letten en voelde zijn lijf beter en leerde wat de grenzen van zijn kunnen zijn.
Kjeld doet nu lekker mee met tikkertje, valt niet meer zo vaak en bij het tandenpoetsen stoot hij zijn hoofd niet meer.
Te sterke waarneming
Een jongetje van 3 jaar oud huilde erg veel en durfde heel weinig zelf op ontdekking te gaan. Nieuwe dingen waren een drama en bij de opvang bevroor hij en huilde alleen maar.
Bij onderzoek naar zijn prikkelverwerking bleek dat hij vestibulaire en tactiele prikkels zeer sterk ervaarde. Na oefeningen en tips kreeg hij steeds meer vertrouwen in wat zijn lijf kon en raakte hij vertrouwd met de prikkels. Het vele huilen hield op.
Bij de laatste behandeling vertelde moeder dat ze naar een nieuwe speeltuin waren geweest en dat haar zoon helemaal zelf op een voor hem nieuw ronddraaiend speeltoestel durfde en dat hij er meteen op afliep. Een heuse mijlpaal!